Accueil        Séances plénières         Tables des matières         Biographies         Livres numérisés     Bibliographie et liens      Note d’intention

 

DE LIEDEL DE WELL Pierre (1774 - 1852)

 

 

 

DE LIEDEL DE WELL Pierre, Guillaume, né en 1774 à Bergen (Pays-Bas), décédé à Bergen (Pays-Bas) en 1852

Age en 1830 : 56 ans

Congressiste (1830-1831, Ruremonde)

 

Biographies

Interventions au cours de la session 1830-1831 (Congrès national)

 

 

BIOGRAPHIE

 

(Extrait de : C. BEYAERT, Biographies des membres du Congrès national, Bruxelles, 1930, p. 55)

Membre de la députation des Etats Provinciaux du Limbourg, le baron P.G. de Liedel de Well fit partie de la deuxième chambre des Etats Généraux.

Il représenta au Congrès national le district de Ruremonde.

 

(Extrait de : Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 8 (Digitale bibliotheek van de Nederlandse letteren (voir le lien ici))

LIEDEL DE WELL (Pieter Willem baron de), geb. te Wel, gemeente Bergen (Limburg), 19 Mei 1774, overl. aldaar 2 Dec. 1852, was de zoon van Pieter Liedel en Thérèse Josèphe Marie Coget. Hij werd 14 Nov. 1816 door koning Willem I benoemd tot lid der Provinciale Staten van Limburg en door zijn medeleden 15 Juli 1826 tot lid van Gedeputeerde Staten en 4 Juli 1827 tot lid der Tweede Kamer gekozen. Met de laatste verkiezing verviel het lidmaatschap der beide andere colleges.

Op 27 Sept. 1830 werd hij in het arrondissement Roermond gekozen tot lid van de belgische nationale vergadering. Op 24 Nov. d.a.v. was hij een van de 28 leden, die stemden tegen het (met 161 stemmen vóór aangenomen) voorstel om het huis Nassau voor altijd van den belgischen troon vervallen te verklaren. Hij werd, toen deze vergadering 21 Juli 1831 uiteenging, niet in een der beide kamers, waaruit de belgische volksvertegenwoordiging voortaan bestond, gekozen.

Toen ingevolge de beschikking der groote mogendheden het oostelijk deel der provincie Limburg tot Nederland terugkeerde, was de Liedel de eenige Limburger, die 6 Oct. 1840 door den Koning tot lid der Eerste Kamer benoemd werd.

Hij was bij de behandeling van de voorstellen tot grondwetsherziening in 1848 een dergenen, die daarmede nagenoeg geheel instemden. Zijn lidmaatschap verviel vanzelf bij de sluiting van de Kamers op 20 Dec. 1848 en met het oog op zijn leeftijd wenschte hij niet in de nieuwe Eerste Kamer opgenomen te worden.

Wel werd hij nog 1 Juni 1850 in plaats van zijn overleden zoon (die volgt) door de ridderschap tot lid der Provinciale Staten van Limburg gekozen, maar ook dit mandaat eindigde automatisch ten gevolge van de provinciale wet in Sept. d.a.v.

Hij werd in 1816 met den titel baron bij eerstgeboorte in de ridderschap van Limburg opgenomen.

Hij huwde te Weenen in 1798 Anna Eleonora Nothbarga von Schloissing, die 3 Aug. 1850 overleed. Zij hadden een zoon, die volgt.

Ramaer

 

 

INTERVENTIONS AU COURS DE LA SESSION 1830-1831 (Congrès national)

 

(00) Vérification de ses pouvoirs comme membre du Congrès  (10/11/1830)

(01) Exclusion des Nassau de tout pouvoir en Belgique (24/11/1830)

(02) Question du choix du chef de l’Etat (Nemours-Leuchtenberg) (11/01/1831, 03/02/1831)